Antwerpen, Belgium
ikenik is een schoon liedje van bob dylan en dat zeggen de rasta’s om te zeggen dat we allemaal één zijn. ikenik is de werktitel van een stuk dat wij aan het maken zijn. ikenik vertrekt vanuit de vraag hoe je het persoonlijke kan theatraliseren op een interessante, lees, niet melige, manier. ikenik zijn studenten theaterwetenschap aan ua, onder begeleiding van kristien de proost. ikenik is de blog waarop je kan volgen waar het allemaal naartoe gaat. ikenik speelt in februari 2010.

maandag 28 december 2009

idee

Lezend in jullie bijdragen hier en zoekend naar een soort kader waarin we naar een toonmoment toe zouden kunnen werken dacht ik hetvolgende:

Als we nu eens vertrekken vanuit de verdwijning van iemand van de groep. Die iemand kan reëel of fictief zijn.

Reëel: het is iemand van ons die niet mee op scene staat, maar waar we eventueel wel (archief)beelden van hebben. De persoonlijkheid die we hem/haar geven is niet noodzakelijk de reële.

Fictief: we creëren een 17e groepslid, dat (eventueel) plots niet meer is opgedaagd maar waar we allemaal wel een (fictieve) relatie mee hebben.

De voorstelling is ons onderzoek naar wie die persoon was, naar het hoe en waarom van de verdwijning, naar het masker achter het masker. Misschien is het een personage op de vlucht voor het persoonlijke?

We zouden kunnen beginnen met de mededeling dat die verdwijning in de loop van onze workshop ons zo goed als gedwongen heeft om alles om te gooien. Dat we gezien de context wel moesten ingaan op de vlucht van een persoon uit een workshop over het ‘persoonlijke’.

We kunnen spelen met feiten en gissingen, met beeldmateriaal, een soort archief.

Zo wordt een ‘personage’ gecreërd, louter en alleen door wat anderen er over te zeggen hebben. Met dingen die voortdurend op de rand fictie/realiteit zitten. Ik denk dat dat snijvlak interessanter is dan iets dat echt ‘echt gebeurd’ is. De twijfel moet bij het publiek zitten. Zo kunnen we ook iets vertellen over ‘persoonlijkheid’ en hoe moeilijk het is daar de vinger op te leggen.

We zouden kunnen werken met zijn/haar zelfportret/we zouden een bezoek aan de (fictieve) woonplaats van degene die verdwenen is kunnen in scène zetten en filmen/we zouden kunnen werken met teksten of boeken die we daar gevonden hebben/ we kunnen werken met getuigenissen van wie hem/haar goed kende of juist alleen van zien.

Misschien zijn alle op scene aanwezige spelers uiteindelijk elk een afplitsing van dat ene voortvluchtige personage.

Ik denk zowieso dat het voor het toonmoment niet slecht is om vanuit het ‘hier-en-nu’ te vertrekken: vanuit onszelf en de context van de workshop, om van daar uit iets universeels te vertellen. Niets belet ons om zwaar in de fictie te gaan.

Wat denken jullie?

Kristien

3 opmerkingen:

  1. Lijkt me interessant.
    Zeker eens op doorgaan tijdens de eerstvolgende sessie.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dit deed mij denken aan Company van Samuel Beckett. Ik citeer het begin en een stukje dat je ongeveer halverwege het werk vindt:

    A voice comes to one in the dark. Imagine.

    To one on his back in the dark. This he can tell by the pressure on his hind parts and by how the dark changes when when he shuts his eyes and again when he opens them again. Only a small part of what is said can be verified. As for example when he hears, You are on your back in the dark. Then he must acknowledge the truth of what is said. But by far the greater part of what is said cannot be verified. As for example when he hears, You first saw the light on such and such a day. Sometimes the two are combined as for example, You first saw the light on such and such a day and now you are on your back in the dark. A device perhaps from the incontrovertibility of the one to win credence for the other. That then is the proposition. To one on his back in the dark a voice tells of a past. With occasional allusion to a present and more rarely to a future as for example, You will end as now you are. And in another dark or in the same another devising it all for company. Quick leave him.

    [...]

    Deviser of the voice and of its hearer and of himself. Deviser of himself for company.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Idee dat de verdwijning heel het workshop-proces heeft omgegooid vind ik echt tof, zo creër je direct die spanning tussen wat reël en wat fictief is.
    Wat bedoel je juist met op de vlucht voor het persoonlijke? Is dat louter om zichzelf of ook in relatie tot de anderen/wij?

    Zeker op verdergaan, echt interessant!

    BeantwoordenVerwijderen

Volgers